maandag 6 december 2010

Over de Sjeik en veranderen.

Ik was laatst op een feestje ergens in Breukelen. Het was een zeer kleine en geanimeerde bijeenkomst waarvan ik vooraf het doel niet kenden anders dan dat er een paar interessante mensen zouden komen. Laat je verrassen had de gastheer mij vooraf gezegd. In eerste instantie was het wat aan de saaie Hollands kant: “Wat doe jij?, nou dat en dat, oh leuk, heb je een kaartje? En daarna door naar de volgende aanwezige. Maar opeens stond daar een echte sjeik. Iedereen keek met hele grootte ogen naar hem. En naar goed Hollands gebruik deed iedereen tegelijkertijd net alsof er niets aan de hand was. Want dat is natuurlijk toch een beetje eng zo'n vreemde man uit een vreemd land.

Wat mij meteen opviel was de manier hoe hij binnenstapte in een voor hem vreemde omgeving. Hij stond er zonder twijfel en vol trots. Hij straalde uit dat hij uit liefde kwam en dat hij de ervaring om in een vreemd land met vreemde mensen te praten vanuit het hart beleefde. Maar ook zijn beleefdheidsvormen waren wat anders dan die van ons. Veel intenser. Hij nam de tijd om met iedereen op het feestje kennis te maken. Eigenlijk was het veel verbinden. Het viel mij op dat hij zich oprecht verdiepte in wie jij was. Zijn vraag aan een ieder van ons was:" Waar kom je vandaan en waar ga je naartoe". Dus niet wat voor werk doe je, in wat voor auto rij jij, hoe heb jij je geld verdiend! Hij kwam uit Jordanië en was lid van een Bedoeïenenstam. Hij was geheel in stijl aangekleed. Witte jurk met een rode theedoek om zijn hoofd en daarover een zwarte band. Of in net taalgebruik geformuleerd: een dishdasha.

Hij vertelde wat over zijn land en dat zijn vader 1 jaar geleden overleden was en dat hij sinds dien stamhoofd was geworden. Dit ondanks het feit dat hij de jongste was uit een gezin van 12 kinderen. Hij vertelde dat zijn Bedoeïenenstam bestond uit 7000 leden en dat er 20 stamoudsten waren die iedere week in een tent midden in de woestijn bijeenkwamen voor overleg. Roddels en achterklap werden meteen in de kiem gesmoord en serieuze onderwerpen werden op basis van uniformiteit besloten. Als een stamoudste het niet eens was met het besluit werd er net zolang vergaderd totdat consensus was bereikt. Hun overtuiging is dat je met respect en integriteit het verste komt. Maar van alles wat hij vertelde viel een zin het meeste op:”alle leden van mijn stam (7000 mannen en vrouwen) kennen de missie, visie en regels van de stam en leven hier ook naar”. Nadat ik die zin tot mij door had laten dringen vroeg ik hem of hij dacht dat dat hier in Westen ook zo was. Dus kennen alle 7000 leden van een willekeurige organisatie of bedrijf hun missie, visie en regels uit hun hoofd? En handelen ze daar dan ook naar? Hij antwoordde in volle overtuiging dat in een ontwikkelt en intelligent land als Nederland dat zeker het geval moest zijn.

Toen ik hem vertelde dat dit dus zeker niet het geval was bleef hij stil voor zich uitstaren. Heel stil keek hij mij met grote ogen aan want hij snapte het niet. Ik heb hem op verschillende manieren proberen uit te leggen dat wij een land zijn dat erg veel waarde hecht aan de mening van het individu en dat vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles over iedereen mag zeggen. Ik heb hem uitgelegd dat we binnen zo,n organisch verband wel weten dat we missies, visies en regels hebben maar dat we ons dan nog niet geroepen voelen om deze na te leven. Dat dit vooral de taak van het management is om ervoor te zorgen dat deze ook nageleefd worden. Maar dat datzelfde management echt geen tijd heeft om iedere dag bezig te zijn met de vraag of er wel dezelfde taal gesproken wordt binnen het bedrijf en of iedereen nog wel dezelfde uitgangspunten en regels naleeft. "But how do you secure your mission and vision when you as a manager don’t act upon them on a day to day basis? What about living by the rules and acting upon them from the hart? What about respect and trust?" Net voordat hij een volgende vraag wilde stellen werden we onderbroken door de gastheer die hem aan iemand anders wilde voorstellen.

Zonder de sjeik een bevredigend antwoord te hebben kunnen geven namen we afscheid. En op weg naar huis realiseerde ik mij dat ik net de meest essentiële managementles had gekregen die er bestaat: “Als je wilt dat iedereen de missie en visie van het bedrijf naleeft zul je als management het voorbeeld moeten geven en in de organisatie moeten staan zodat iedereen blijvend dezelfde taal spreekt”. Gelukkig mag ik morgen weer een dag achter mijn bureau doorbrengen zonder mezelf druk te maken over de naleving van mooie woorden!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten