zondag 11 april 2010

Over schrijven en veranderen:

07.25 uur: “Papa, ik moet een brief schrijven voor school. Deze brief moet gericht zijn aan een medeklasgenoot. Ik heb Amber uitgekozen, leuk hé?” “ Ja erg leuk. Voor wanneer is het?” “Nou voor vandaag natuurlijk”.

07.30 uur: “Ok, als het dan voor vandaag is, is het dan een idee om wat op papier te zetten. Want als ik naar de klok kijk heb je niet heel erg veel tijd meer. Je moet toch om 08.00 uur naar school?” “Ja, ja, ja maar ik weet niet wat ik op moet schrijven”. “Goed wat heb je nu al opgeschreven?” “ Ik heb nu al opgeschreven: “Lieve Amber, wij zijn nu beste vriendinnen en ik vind het leuk om met jou op school te zitten in dezelfde klas” Nou dat is het en verder weet ik het niet”.

07.35 uur: “Nou dan schrijf je dat je een 8 voor geschiedenis en een 9 voor aardrijkskunde hebt. Nou dat vind ik niet leuk en trouwens Papa het is topografie en niet aardrijkskunde”. “Ok, prima maar schrijf nou gewoon wat op”.

07.40 uur: Enige vorm van irritatie maakte zich van mij meester. Begin ze dus gewoon een half uur voordat ze naar school moet met haar huiswerk! “Waarom schrijf je dan niet over wat voor leuks jullie in de pauze gaan doen of schrijf over wapenborden. Maar schrijf gewoon wat op, kies iets en begin” (met enige stemverheffing). “Maar het zijn geen leuke onderwerpen”. “Wat maakt dat nou uit als het maar af is, toch?”

07.45 uur: Van boven uit de douche klinkt een stem die naar beneden schreeuwt: “Hé, Juliette misschien is het een idee om over turnen te schrijven waar jullie alle twee opzitten. En dat je dit zo leuk vind om dat samen met haar te doen”. Er volgt een moment van stilte en overpeinzing zowel bij mijn dochter als bij mij. Reactie van mijn dochter: “Ja, dat is leuk. Dat ga ik meteen doen.” Ze begint als een gek te schrijven. En terwijl zij eindelijk begint met schrijven sta ik nog na te denken over wat ik van deze ingreep van boven denk en hoe ik hem moet interpreteren?

08.00 uur: “Klaar!” galmt het door het huis. Ze pakt haar tas, doet de brief erin samen met haar broodtrommeltje en beker. Dag pap, bedankt voor je hulp en gaat naar school.

08.05 uur: Ik blijf achter in een roes van ongeloof. Ik sta perplex en heb geen woorden voor deze plotselinge wending van het lot. Of wordt ik als man geconfronteerd met mijn eigen beperkingen op communicatief gebied en wil ik dat niet toegeven? Ik schenk een kop koffie in en ga zitten en laat het tafereel nogmaals de revue passeren.

08.10 uur: En ineens wordt ik getroffen door de waarheid en het is iets wat binnen verandertrajecten ook veel te veel voorkomt. Ik heb alleen maar lopen duwen. Ja, dat is het, ik heb alleen maar lopen duwen: “Doe dit, schrijf hierover, schiet nou op, zorg dat het op tijd af komt, doe het nou maar gewoon dan praten we er later wel over,!” Ze kon dus eigenlijk geen kant op en haar eerste reflex is dus tegenstribbelen. Ik heb haar ook geen “verbindend iets” gegeven waarmee ze vooruit kon. Mijn vrouw heeft dus in één zin woorden gebruikt als: misschien, idee, gezamenlijk belang (turnen), plezier, samen en daarmee een actie in beweging gezet. Een actie die te maken heeft met zaken als aandacht, belang, samen, verbinden en draagvlak. Hiervoor was ze dus bereid om in actie te komen.

08.15 uur: Al overpeinzend zit ik nog steeds achter mijn eerste koffie en denk: “Misschien moeten we dit soort oprecht gemeende woorden die aandacht, belang, samen, verbinden en draagvlak uitademen wat vaker in verandertrajecten gebruiken en ons wat minder concentreren op afgedwongen eindresultaten! Misschien moeten we gewoon een veranderwoordenboek maken. Niet met woorden zoals changereports, escaleren, errorsheets, implementeren, scope, enz. maar gewoon met woorden die weer gevoel uitstralen en bij mensen aankomen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten